Stook hout

• Stook alleen droog hout !  Te vochtig hout zorgt voor een onvolledige verbranding, je krijgt het moeilijker aan het branden en er gaat veel energie verloren. Ook geeft nat hout veel rook en fijnstof. En de kachelruit wordt zwart.
• Hout behoort na het zagen en kloven minstens 2 jaar te drogen in een geventileerde en overkapte plaats. Als het hout is gebarsten of als de bast los laat is het meestal goed.
• Het hout is te meten met een houtvochtmeter. Klief een blok nog even in tweeën. De buitenzijde is meestal veel droger dan de binnenzijde, en dan heb je de verkeerde waarde. Meet het op 3 punten op het gekloofde vlak. (in het midden en min. 5 cm vanaf de kopse kant) Steek de vochtigheidsmeter overdwars in het hout. Het percentage moet rond de 15 % liggen.
• Stook géén geverfd, behandeld of geïmpregneerd hout. Daarin zitten lijmstoffen, die bij verbranding veel schadelijke stoffen vrijgeven. Ook samengestelde houtproducten zoals triplex en vezelplaat zitten vol lijmstoffen.  

• Haardhout van ongeveer polsdikte en een lengte van 25-30 cm zijn het beste te gebruiken.  

       Houtsoorten:

• Eikenhout: Is het meest gebruikte haardhout. Een elastische en harde houtsoort  Het duurt even om het hout brandend te krijgen, maar het brandt daarna wel lang. Een nadeel van eikenhout, in vergelijking met andere houtsoorten, is dat het vlammenspel wat minder mooi is.  
• Berkenhout is ook een populaire houtsoort voor de houtkachel. Het hout heeft een schone ontbranding. Berkenhout is een iets minder harde houtsoort, geeft veel warmte af en spat niet.
• Elzenhout is ook een zachte houtsoort. Het hout brandt heel snel en geeft door de snellere verbranding ook sneller zijn warmte af. Een ander voordeel is het mooie vlammenspel.
• Essenhout is taai, hard en elastisch hout. Het heeft een trage verbranding en geeft veel warmte af. Het bijzondere aan essenhout is dat het een unieke geur heeft.
• Beukenhout is een harde houtsoort die brandt met een grote regelmatige vlam. Verder brandt beukenhout traag en lang.